1.4.2. Weggeman

Matthieu Weggeman schreef in 2010 het boek: Leiding geven aan professionals? Niet doen! Hij gaat uit van het principe dat professionals niet zijn te managen met allerlei regels, systemen en procedures. Het zijn echte kenniswerkers en 80% van hen is vakdeskundig en doet liever iets goed dan fout. Geef ze daarom ruimte en vertrouwen en stuur vooral aan op de gewenste output. Inderdaad: 20% van deze professionals kunnen of willen niet, maar ook voor hen zijn regels, systemen en procedures weggegooide moeite. Een deel van hen kan door scholing op het gewenste niveau komen, en bij het restant is geen enkel middel zinvol…

Hoewel we ‘planning en control’ niet graag overboord zouden zetten, heeft zijn visie ons wel iets te zeggen: geef ruimte aan professionals en val ze niet te veel lastig met zaken die eerder afremmen dan motiveren. Geef ze verantwoordelijkheden en de daarbij behorende faciliteiten. Vervolgens zullen de meeste professionals voor hun taak gáán. En de resultaten zullen hoger zijn dan via ingewikkelde vastliggende patronen

Eén van zijn stellingen is: De professional heeft recht op diff erentiatie en managers moeten durven diff erentiëren. Hij haalt daarbij prof. Galjaard aan: ‘Niets is zo ongelijk als de gelijke behandeling van ongelijken’. Een concreet voorbeeld is voor hem de overschakeling van kruispunten (met stoplichten, al dan niet beïnvloed door voetgangers, bussen etc.) naar rotondes (met slechts één regel: links heeft voorrang. Ieder maakt zelf zijn keuze). In de praktijk werken rotondes veel veiliger en sneller!

Het is niet moeilijk om zijn prikkelende opvattingen en stellingen te vertalen naar het onderwijs: Geef de professional veel ruimte om zijn taken uit te voeren. Natuurlijk zijn er afspraken en regels, maar laat die beperkt van inhoud zijn. Een voorbeeld uit de praktijk: elke school wordt geacht gebruik te maken van een pedagogisch leerlingvogsysteem (lvs). Dat is een duidelijke eis. Het gaat voor een samenwerkingsverband echter te ver om te zeggen welk lvs dat moet zijn, wanneer het moet worden ingezet met welke formulieren etc. Tijdens een schoolbezoek is er voldoende gelegenheid om de school te bevragen op zijn lvs en de concrete resultaten daarvan. Een tweede voorbeeld is de keuze van de regio Noordoost van Berséba om zoveel mogelijk fi nanciële middelen neer te leggen bij de scholen, vergezeld van veel verantwoordelijkheden op het gebied van de leerlingondersteuning. De uiteindelijke vormgeving is dan een verantwoordelijkheid voor de school: hoe gaan wij met deze middelen onze leerlingen ondersteunen? Deze grondhouding is uitgangspunt bij het Zwols Model. De school weet wat zij heeft te doen (de onderwerpen uit het Zwols Model) en gaat dit zelf vorm geven. Ze is daarbij verantwoordelijk voor het resultaat en daarop aanspreekbaar.