2.2. Aanpassingen voor kleuters binnen het Zwols Model

2.2.1. Het model ‘Zelfstandig Werken’ (inclusief stoplichtgebruik) wordt in de hogere groepen o.a. gebruikt om tijd vrij te maken voor individuele hulp, of hulp aan kleinere groepjes (instructietafel/aandachtsgroep). Dit is ook mogelijk bij kleuters, maar het dient verder te worden uitgewerkt naar de specifi eke kleutersituatie.

2.2.2. Het model ‘Eff ectieve Instructie’ kan bij kleuters goede diensten bewijzen. Wel is aanpassing noodzakelijk. Als we zoeken naar vormen van instructie, waarbij zoveel mogelijk aan het individuele kind wordt tegemoetgekomen, kunnen we ook niet om het model ‘Responsieve Instructie’ heen, waarbij de leerkracht het individuele kind van nabij volgt en stimuleert.

2.2.3. Het onderdeel ‘Activerend Lesgeven’ is ook bij kleuters noodzakelijk. Onderwerpen als interactie, stellen van vragen en basiscommunicatie zijn onontbeerlijk voor een goede les. Hiervoor biedt de inhoud van de map ‘Zwols Model’ voor groep 3-8 veel aanknopingspunten. Wel moet een toespitsing gemaakt worden voor het jonge kind.

2.2.4. Het onderdeel ‘Pedagogisch Klimaat’ is onmisbaar voor een goed functionerende kleutergroep. Wat hierover wordt geschreven in deze map ‘Zwols Model’, inclusief het gebruik van positieve controle, geldt ook voor het jonge kind. Het bieden van een veilige omgeving is voorwaarde voor ontwikkeling. Maar ook hier geldt dat op enkele punten een aanpassing moet worden gemaakt voor kleuters.

2.2.5. Er zijn bij kleuters grote onderlinge verschillen qua ontwikkeling. De scheidslijnen zijn echter zeer diff uus. Ook kent het jonge kind een ontwikkeling van hink-stapsprong. Dat maakt het temeer onverstandig om te werken met vijf niveaus. Daarom dient de diff erentiatie anders uitgewerkt te worden.

Hieronder worden bovengenoemde gebieden verder uitgewerkt naar een praktische toepassing.