1.1. Algemeen

Het begrip klassenmanagement (of klasbeheer) is breed en kan op veel manieren gevuld worden. Een definitie is: ‘al die maatregelen die een leerkracht neemt om een klimaat te scheppen waarin leerlingen met succes kunnen leren en werken. ’1 Eén van de belangrijkste onderzoeken naar klassenmanagement is gedaan door Jacob Kounin in 1970. Hij toonde in de eerste plaats aan dat leerkrachten die hun klas goed georganiseerd hebben ook betere leerresultaten bij de kinderen bewerkstelligen. Deze leerkrachten slagen er vooral in problemen te voorkómen. Ze hebben overzicht over de klas en kunnen hun aandacht over meerdere zaken tegelijk verdelen. Omdat deze leerkrachten door hun handelen zorgen voor betere leerresultaten bij de kinderen, wordt er gesproken van ‘succesvolle leerkrachten’ of ‘effectieve leerkrachten’. Volgens ander onderzoek 2 beschikken deze succesvolle leerkrachten over een aantal basisvaardigheden of leerkrachtvaardigheden, namelijk:

Succesvol klassenmanagement wordt dus gekenmerkt door preventief handelen en minder door curatief handelen. Ofwel: ‘voorkomen is beter dan genezen’. Daarnaast zorgt de succesvolle leerkracht voor zo min mogelijk storingen gedurende de les. Dit leidt tot effectieve lestijd. De leerkracht moet tenslotte beschikken over goede didactische vaardigheden. Deze onderzoeksresultaten worden recent bevestigd door bijv. Marzano. 3 De succesvolle leerkracht staat daardoor ontspannen voor de groep en heeft grip op alle processen in zijn groep. De wisselwerking van een en ander is duidelijk. Onderwerpen die behoren tot het thema ‘klassenmanagement’ zijn bijvoorbeeld: inrichting van het klaslokaal, inrichting van de administratie, regels & routines, effectieve leertijd, omgaan met een combinatiegroep en omgaan met een moeilijke groep.

1: S. Veenman e.a. Amsterdam 1993
2: C.M. Everton, Prentice Hall 1984
3
: Zie hiervoor het inleidende hoofdstuk 0