4.1. Deelvaardigheden

Het bevorderen van zelfstandigheid richt zich op onderliggende deelvaardigheden. In paragraaf 3.5 werden er al enkele genoemd vanuit de voorwaardelijke sfeer. In onderstaand schema (uit een artikel van Judith Smeets in Primair) worden een aantal van deze deelvaardigheden benoemd en nader toegelicht

Vaardigheden

Hoe leer je dat?
Voorbeelde leerlputen voor leerlingen

Basisvaardigheden  
  • Algeme regels, klassenregels
  • Gewoontevorming, omgangsregels, hulp vragen.
  • M.b.t. materiaal, m.b.t. de taak, m.b.t. elkaar, samen bezig zijn
  • Wat kunnen de kinderen zelf doen? Wat mag
    en wat mag niet, wanneer wel/niet? (WC, instructie)
  • Klassenhulp klussen, afspraken, rooster.
  • Omgaan met materialen.
  • Wat doe je als je klaar bent?
Uitvoerende vaardigheden  
  • Omgaan met uitgestelde aandacht.
  • Probleem oplossen: materiaal, taken, sociale problemen.
  • Zichzelf controleren, nakijken, fouten verbeteren/herstellen.
  • Aftekenen registreren.
  • Overgaan van de ene naar de andere activiteit.
  • Hulp vragen, hulp geven.
  • Introduceer een teken/symbool voor ‘zelfstandig werken’.
  • Leer de kinderen dat de leerkracht zolang het teken ophangt niet gestoord mag worden.
  • Leren gericht vragen te stellen, alleen als het nodig is.
  • Een goede vraagstelling maakt de oplossing makkelijker, vraag door.
  • Leren uit te leggen, niet voorzeggen.
  • Bedenk met de kinderen oplossingen en maak daar afspraken over.
  • Leer de kinderen problemen te analyseren.
Samenwerken samenwerkend leren  
  • Medeverantwoordelijk voelen voor de groep.
  • Medeverantwoordelijk voelen voor de activiteit.
  • Betrokken zijn.
  • Kunnen samenwerken.
  • Werken in duo's: Hoe gaan we met elkaar om?
  • Samenwerken kan ook zachtjes.
  • Leren samenwerken, gebruik elkaars sterke kanten en help bij de zwakke kanten, aansluiten bij wat iemand (al) weet.
  • Leren te zorgen voor een goede taakverdeling.
Zelfverantwoordelijkheid (zelfbepalende vaardigheden)  
  • Kiezen.
  • Plannen.
  • Evalueren.
  • Verschillende leerstrategieën aanleren en kunnen toepassen.
  • Leren nakijken en verbeteren.