3.4. Invoering en gebruik van dag- en weektaken

Hoe lang de leerlingen met een dagtaak aan de slag gaan, hangt af van verschillende factoren. We noemen als eerste de leeftijd van de leerlingen. In het algemeen geldt: hoe ouder de leerlingen, hoe langer de taak kan duren. Een richtlijn kan zijn:

Naast de leeftijd speelt ook het organisatievermogen van de leerkracht een rol. Het is een vereiste, dat de leerkracht grip houdt op het geheel. Dag- en weektaken kunnen nooit een doel zijn op zichzelf. Bij dag- en weektaken bestaat het gevaar dat de leerkracht geen zicht meer heeft op de individuele prestaties. De ervaring leert, dat dan de totale leereffectiviteit zelfs minder is. De uiteindelijke leereffectiviteit is bepalend! Dag- en weektaken moeten met een vaste regelmaat gebruikt worden. Hoe vaak dit gebeurt, hangt sterk af van keuze en situatie. Aangeraden wordt om niet te hard van stapel te lopen. Begin met een dagtaak eens per twee weken. Bouw dit uit naar elke week. Als het goed loopt, kan dat pas uitgebouwd worden naar enkele keren per week en weektaken. De nieuwe opzet van Wereld in Getallen (WIG) biedt mogelijkheden hierbij aan te sluiten en dat uit te bouwen. Door het inzetten van dag- en weektaken krijgt de leerkracht meer tijd om individuele zorg te bieden in zijn klas. De onderwijsbehoefte en de ondersteuningsbehoefte van elk leerling is immers verschillend. De leerlingen hebben behoefte aan een vaste structuur en liefst vaste momenten van zelfstandig werken binnen dagtaken.