6.3. Niveaus van samenwerken

Het samenwerken door leerlingen gaat niet vanzelf. Het vereist (gestuurde) ontwikkeling. Hieronder een opbouw van het samenwerken:

Niveau 1: De leerlingen werken individueel.
Niveau 2: De leerlingen werken in één of meerdere fasen van een activiteit in tweetallen of in groepen samen. Hierbij bespreken ze kwesties, maken een product of lossen een probleem op.
Niveau 3: De leerlingen hebben een gedeelde verantwoordelijkheid voor het werk en zijn gezamenlijk eigenaar van de opgelegde taak. Ook het uitwisselen en bespreken van ideeën kan hierin een bijdrage zijn.
Niveau 4: De leerlingen hebben naast de gedeelde verantwoordelijkheid ook zicht op de beslissingen die ze nemen. Ze nemen daarbij samen belangrijke beslissingen op inhoud, proces en product. Hiervoor is een zekere keuzevrijheid nodig.