7.4.1. Wat houdt het vierde niveau in

Deze kinderen kunnen meer en/of moeilijker stof aan dan door de methode klassikaal
wordt geboden. Ze zijn meestal eerder klaar en hun werk is kwalitatief en kwantitatief
ruim voldoende. De daardoor vrijgekomen tijd kan worden benut door het aanbieden van extra stof.
De leerkracht kan zelfstandig besluiten dit kind extra stof aan te bieden. De leerling
volgt dan het klassikale proces, maar na de verwerking werkt hij verder aan de hem
gegeven verrijkingsopdrachten. Het is daarbij mogelijk al dan niet gebruik te maken
van differentiatie naar hoeveelheid leerstof, om zo tijd vrij te maken voor meer
verrijkingswerk: het zgn. compacten en verrijken. Diverse methoden geven daarvoor een aanzet.
Er kan sprake zijn van verschillende niveaus van verrijkingsvormen. In de eerste plaats moet worden gedacht aan extra werk in de vorm van het door de methode aangeboden pluswerk. Daarnaast bestaat de mogelijkheid om het kind extra stof aan te bieden in de vorm van werkboekjes/bladen naast de methode. Deze laatste categorie kan qua zwaarte variƫren van het gebruikelijke extra werk tot echte verrijking. (Zie voor een goede begripsvulling paragraaf 8: materialen.)
N.B. Het gaat dus niet alleen om differentiatie naar tempo.