7.4.5. Hoe organiseer je dat

We geven eerst de werkwijze aan van de boven beschreven zelfgemaakte modules.
• Het werkt het makkelijkst als het kind de verrijkingsstof in zijn kastje heeft. Als het
reguliere werk is afgemaakt, gaat het kind geruisloos door met zijn extra stof.
• Als het kind klaar is met een verrijkingsboekje, pakt het kind het antwoordboekje
en corrigeert zelf zijn werk. Vervolgens legt hij het boekje bij de leerkracht (direct,
of op een door hem gekozen later tijdstip) die het werkboekje vluchtig doorneemt.
Steekproefsgewijs wordt gecontroleerd of wordt een portfoliogesprekje gevoerd.
• Het kind krijgt een nieuw werkboekje en kan weer verder.
• Het is belangrijk dat er een voorraadje werkboekjes in de klas aanwezig is.
• Het kan effectief zijn om leerlingen samen te laten werken: als een kind iets niet
begrijpt, vraagt hij het eerst aan zijn ‘maatje’.
Een andere mogelijkheid is het om het kind een compleet werkboek te geven. Hierbij de volgende opmerkingen:
• Zoek de verrijkingsstof met zorg uit (zie hiervoor de opmerkingen bij paragraaf 8).
• Verdeel de verrijkingsstof over een aantal behapbare onderdelen.
• Laat het kind zelf zijn werk nakijken. (Wel steekproeven nemen!)
• Zorg na elk gemaakte onderdeel voor enige feedback.
Een derde mogelijkheid wordt gevonden in het laten uitwerken van opdrachten, zoals een werkstuk of digitale programma’s.