2.4. Opdrachtvormen

Opdrachtvormen zijn werkvormen die de leerlingen zoveel mogelijk zelfstandig uitvoeren. Bij deze werkvorm leren de leerlingen verbanden te leggen tussen basiskennis en de context. Het proces is belangrijk. Een goede opdracht geeft structuur, maar geeft ook ruimte voor een eigen planning en werkwijze. De opdrachtvormen zijn in drie groepen te verdelen:

  1. Werkvormen die gericht zijn op studeren of onderzoeken:
    • Verzamelen van informatie uit een krant, archief, interview.
    • Verkennen.
    • Expermimenten.
  2. Werkvormen die gericht zijn op weergeven:
    • Berichten en/of informatie geordend doorgeven.
    • Voordragen.
    • Uiteenzetten.
  3. Werkvormen gericht op zelfstandig werken:
    • Uitvoeren van een handeling.
    • Ontwerpen.
    • Maken van een werkstuk: een essay, een maquette, enz..